Stoofpot met runderhart, citroen en abrikozen

Trok je een vies gezicht bij het lezen van de titel van dit recept? Geeft niks, dat is wat veel mensen doen. Het eten van orgaanvlees is iets dat niet in ons systeem zit. Als mensen al runderhart kopen is het vaak om het aan de hond of kat te voeren. Zonde eigenlijk, want het is een prachtig stuk vlees waar je heerlijke gerechten mee kunt maken. Zoals deze stoofschotel met abrikozen, citroen, kaneel en kardemom.

Ik eet heel graag een stukje vlees, maar vind het wel heel belangrijk dat we diervriendelijk(er) en bewuster omgaan met het verwerken en consumeren van vlees. Het in zijn geheel, dus van kop tot staart, gebruiken van een dier is daar voor mij een belangrijk onderdeel van. Het is toch raar dat we alleen de allermooiste stukjes gebruiken en de rest van het dier zien als afval. En zijn die stukjes eigenlijk wel écht het allermooist of eten we hele lekkere onderdelen alleen maar niet omdat we dat een onprettig idee vinden?

Orgaanvlees is in Nederland absoluut niet populair. We groeien er niet mee op en zien van jongs af aan alleen mooie kant-en-klaar verpakte stukjes vlees in de vitrines liggen, die niks meer te maken hebben met het dier waar het vlees ooit vanaf kwam. Het eten van oren, tong, wangen, snuiten, poten of organen komt dan ineens dichtbij de realiteit en dat vinden we raar, eng of vies. Ik kan me mijn eigen verbazing ook nog goed herinneren toen ik als kind in een Franse supermarkt ineens hersenen naast de biefstukjes zag liggen.

Doe jij het beter dan?

Ik maak me er absoluut zelf ook schuldig aan. Als ik een heel varken aan een spit zie hangen, griezel ik toch een beetje van die oogjes die me aankijken en vind ik het ineens zielig. In restaurants ben ik wel geneigd om soms “rare”dingen te bestellen zoals runderwangen, eendentongetjes of een kroket van varkenskop, maar zelf klaarmaken ho maar! Tot ik van een vriendin een laaiend enthousiast appje kreeg waarin ze me vertelde dat haar vriend zo’n fantastische stoofschotel van runderhart had klaargemaakt. Ik vroeg haar het recept, kocht een hart bij de slager en ging aan de slag.

Een heel runderhart weegt zo’n 2 á 3 kilo, dus ik kwam met ongeveer een half hart thuis. Je moet er dan de harde stukken vet en de vliezen tussen de hartkamers nog wel even vanaf snijden. Dit is heel makkelijk, je ziet heel duidelijk welke stukken vlees mooi zijn. Natuurlijk zou je je slager ook kunnen vragen of hij het hart voor je schoon wil maken, mocht je het zelf doen toch nog een brug te ver vinden.

Lekker?

Deze stoofschotel was absoluut heel lekker! Aan tafel schoven naast mijn lief ook Noskos en zijn zus aan, want ook zij waren wel heel nieuwsgierig naar het resultaat. Door alle aanwezigen werd er twee keer ruim opgeschept! Doordat je het vlees heel lang stooft met kruiden en citroen proef je nauwelijks nog verschil in smaak tussen het hart en het gewone stoofvlees. Wel in structuur, hart is wat steviger en minder vezelig dan “gewoon” rundvlees. Het geheel heeft een Marokkaans tintje, door het gebruik van kruiden als kaneel en kardemom en is superlekker met wat kruidige couscous, muntyoghurt en een frisse salade.

Het recept van deze stoofschotel is  heel geschikt voor als je wel nieuwsgierig bent naar orgaanvlees, maar toch nog niet zo goed durft. Eerlijk gezegd denk ik niet dat iemand door had gehad dat het gemaakt was met runderhart als ik ze dat niet had verteld.

Ik ben zeker van plan dit gerecht nog eens op tafel te zetten en heb me voorgenomen vanaf nu wat vaker ook zelf thuis te gaan experimenteren met minder voor de hand liggende stukken vlees. Mocht je het je afvragen: runderhart schijnt heel gezond te zijn en het is daarbij ook nog eens supergoedkoop. Win-win!

Stoofschotel met runderhart en abrikozen

Ingrediënten:
voor 4 á 5 personen
1 kilo runderhart, in blokjes
500 gram runderstoofvlees, in blokjes
2 grote uien, gesneden
2 eetlepels verse gember, geschild en fijngesneden
280ml water of runderfond (of half/half)
1 citroen (biologisch), in parten of schijfjes gesneden
250 gram gedroogde abrikozen
2 eetlepels appelciderazijn
1 theelepel kardemon
1 theelepel kaneel
1 theelepel cayennepeper
1 theelepel fijngemalen kruidnagel
zout & peper
Olie, boter of een ander vet om in te bakken

Bereiding:
Marineer het in blokjes gesneden runderhart een nacht in twee eetlepels appelciderazijn.

Verhit vet in een koekenpan op hoog vuur en braad al het vlees in kleine batches even kort aan. Maak de pan hierna nog niet schoon! Bak ondertussen in een stoofpan in een beetje olie of boter de uien en gember tot de uien transparant zijn.

Meng de kruiden door elkaar en voeg ze toe aan het uienmengsel. Bak ze een minuutje of twee mee, terwijl je alles goed door elkaar roert.

Voeg nu al het vlees toe en roer alles goed door elkaar. Gooi ongeveer de helft van het vocht in de pan waarin je net het vlees hebt aangebraden en schraap alle bruine stukjes van de bodem af. Voeg dit in z’n geheel aan je vlees toe, gevolgd door de andere helft van het vocht. Ik koos voor half water (in de pan) en half runderfond.

Leg de citroen erbovenop en voeg een flinke snuf zout toe en wat versgemalen peper. Breng aan de kook, zet daarna het vuur heel laag en laat zo’n 2 á 3 uur zachtjes sudderen met de deksel op de pan tot het vlees heel zacht is.

Voeg de abrikozen als laatste toe en laat alles daarna zonder deksel nog een minuut of 10 inkoken.

Serveer met couscous of rijst, muntyoghurt en een lekkere salade.

Bron: The Nourished Caveman